Olifanten in de aanval
Door: Matthijs de Winter
Blijf op de hoogte en volg REIZEN
28 Maart 2010 | Swaziland, Lobamba
Vanavond krijgen we exclusief kijkje achter de schermen.
‘Vanaf deze plek spotten rangers ’s nachts stropers’, vertelt Thulami. ‘Makhaya wildpark staat namelijk bekend om zijn zeldzame dieren, zoals de witte en zwarte neushoorn, helaas nog steeds erg geliefd in stroperskringen. De rangers patrouilleren daarom 24/7 door het park. Een blinkend machinegeweer aan de gordel.’
Beneden ons kraakt de portofoon.
Kampcommandant Kim (‘ik blijf wel beneden, hou een oogje in het zeil’) luistert mee.
Vanuit ons adelaarsnest horen we flarden van het gesprek: ‘krrrrrr elephants ksssss gate krgggggg big problem.’
De rustige avond slaat om in broeierige spanning.
Kim blaft ons uit de toren: ‘snel, we moeten naar de maingate, ik rij.’
Zo snel als mogelijk klim ik op mijn flipflops (dom, beginnersfout) over de dunne ijzeren treden naar beneden. Binnen twee minuten bereiken we de landrover.
Normaal is een ritje al stuiteren, maar met Kim achter het stuur en olifanten voor het hek bonken we als losgeslagen lading over de achterbank.
Dat wordt vanavond blauwe plekken tellen.
Toch ziet Kim kans om tijdens het rijden nog iets te vertellen over de laatste uitbraak van de olifanten.
‘Toen hebben we een helikopter in moeten huren om ze terug te krijgen’, schreeuwt hij boven de motor uit. ‘Dat is een duur geintje.’
Het is duidelijk, dat mag geen tweede keer gebeuren, maar blijkbaar denken de dikhuiden daar anders over. Het gras is immers altijd groener bij de buren.
Als we in de buurt van het hek zijn, laat Kim zich uit de jeep glijden en kruipt onder het hek door.
‘Ik ga ze proberen vanachter het hek terug te roepen’, en weg is hij.
Nou, lekker. Wij zitten hier in de auto, met op vijftig meter een groep humeurige olifanten.
Gids Thulami lacht zijn witte tanden bloot. ‘Don’t worry, I know how to reverse.’
Heel geruststellend.
Voor ons klinkt het gekraak van bomen, takken vliegen door de lucht, het gebrom van de olifanten resoneert door de lucht.
Een andere jeep arriveert.
Rangers proberen met het slaan op plastic flessen (!) de olifanten op andere gedachten te brengen. Alsof je tegen een groep opgefokte hooligans fluistert ‘en nu stoppen kwajongens, nu is het welletjes.’
De olifanten rennen een voor een op het hek af en stoppen onder luid getetter net op tijd voor de stroomdraad. Ook de allerkleinsten komen hun slurf aan het venster steken.
Bij elke aanval laat Thulami onze jeep iets achteruit zakken.
‘They are not happy’, omschrijft hij de oorlogssituatie.
Een understatement: het bosje is al aardig platgestampt
Een status quo dreigt voor het hek.
Kim aan de andere kant kan zwaaien wat hij wil, maar de olifanten wijken geen centimeter.
Na een kwartier overlegt Thulami met de rangers (die de plastic flessen maar opgeborgen hebben). ‘We gaan terug naar het kamp’, zegt hij. ‘Dit gaat nog wel even duren.’
Vol adrenaline rijden we terug, nachtzwaluwen vliegen op van de weg.
In de verte tettert nog een olifant: did you enjoy the show?
Thulami kraait van plezier: ‘Was this tour exclusive enough for you guys?’
De volgende morgen horen we dat de olifanten keurig binnen zijn gebleven.
-
28 Maart 2010 - 17:46
REIZEN Magazine:
leuk verhaal matthijs! anne -
31 Maart 2010 - 09:27
Harri:
Gaaf.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley